Boeken waar ik van leerde
Boeken waar ik van leerde als tekstschrijver.
Als freelance copywriter, journalist of (eind)redacteur moet je je vak bijhouden. Ik doe dat door boeken te lezen van vakgenoten. Een opsomming.
– mijn ervaringen, aan de hand van mijn werk voor Tekstblad
Naast freelance tekstschrijver ben ik ook actief als freelance eindredacteur. Ik heb dat zelf omgedoopt tot eindredact(z)eur, een term met een knipoog. Want: eindredactie is belangrijk! Maar wat is het dan, een eindredacteur. En wat doet-ie? Beter: wat doe ík als eindredacteur?
Ik laat het zien aan de hand van mijn werk voor Tekstblad, vaktijdschrift voor tekst & communicatie. Sinds begin 2022 ben ik namelijk eindredacteur van dat vakblad. Niet mijn eerste klus als eindredacteur, maar wel de meest eervolle. Met alle respect, hoor je er dan achter te zeggen.
Eerst wil ik u wat vertellen over eerdere ervaringen als eindredacteur. En over het eindredacteurschap in het algemeen.
Daarna gaan we over tot het verhaal dat specifiek over Tekstblad zelf gaat.
Het eindredacteurschap begon al toen ik nog in vaste dienst werkte voor kranten. Bij dagblad De Gelderlander was ik naast sportverslaggever ook de eindverantwoordelijke voor minstens één sportpagina per weekend. Dat betekende verhalen van collega’s nalezen en op lengte schrijven, koppen en foto-onderschriften bedenken en zorgen dat de pagina volgens het vooraf afgesproken stramien (de opbouw van de pagina).
Ook bij dagblad Twente Vandaag was ik naast schrijvend journalist met regelmaat eindredacteur, voor zowel de sportpagina’s als de pagina’s met ‘gewoon’ nieuws.
Content Collective en 42Bis zijn online platformen, waar dagelijks meerdere blogs worden gepubliceerd. Eén van de blogs die onderdeel van dat collectief uit ging maken, was het door collega Tefke van Dijk bedachte en door ons samen aanvankelijk aangevoerde Ouders Onderling.
Naast bloggen voor Ouders Onderling en in naam van Content Collective voor Kinderhulp, was ik bij 42Bis vooral actief als eindredacteur.
Dat betekende dat ik de (in sommige gevallen onervaren) vrijwillige bloggers hielp om hun teksten te verbeteren. Niet alleen kijken naar spelling en grammatica, maar ook samen met de redacteur in kwestie kijken naar de inhoud van het verhaal.
Reactie van Xaviera Ringeling (eigenaar 42Bis en Content Collective):
“Johan is een hele goede eindredacteur. Niet alleen vanwege zijn gevoel voor tekst, maar ook om zijn toon en de manier waarop hij omgaat met anderen. Voor een eindredacteur heel belangrijk: je moet toch kritiek leveren op het werk waar andere op gezweet hebben.”
Ik maak onderdeel uit van het blogteam van beroepsvereniging Tekstnet. Dat betekent ook hier dat je niet alleen blogs schrijft (minimaal twee per jaar, over het vak), maar ook de eindredactie voert over producties van andere bloggers. En dat zijn stuk voor stuk ervaren rotten in het tekstschrijversvak.
Ieder blog krijgt, voordat het gepubliceerd wordt, een eindredactieslag door twee andere leden van het blogteam.
En ondanks dat we allemaal tekstprofessionals zijn, levert dat altijd nog feedback op. Daarin zijn we trouwens getraind, in het geven van feedback. Eén van de voorwaarden om Pluslid van onze beroepsvereniging te zijn is namelijk dat we niet alleen een feedbackworkshop volgen, maar ook eens in de drie jaar een onderlinge feedbacksessie doen met collega’s.
Het is erg belangrijk om op de juiste manier feedback te geven. Niet ‘iets is fout’, maar aangeven hoe het beter kan. Bijvoorbeeld. Ik merk ook vaak dat klanten het moeilijk vinden om op de juiste manier te reageren op teksten die ik voor ze schreef.
Afijn, het is dus een essentieel onderdeel van het bloggen voor Tekstnet: reageren op elkaars teksten. En mijn collega’s laten reageren op mijn blogs. Het is al geregeld voorgekomen dat ik met hun aanwijzingen een betere tekst schreef. Het hoort bij het vak: schrijven, schrappen, schaven.
In de loop van de jaren heb ik ook geregeld meegeholpen om aanbestedingsteksten van bedrijven te perfectioneren. Het gaat zowel om bedrijven in de ict, de facilitaire wereld als de bouw.
Deze bedrijven doen mee aan (Europese) aanbestedingen voor grote projecten. De kennis binnen de organisaties over hun producten en diensten is volop aanwezig, maar om die kennis op een lees- en begrijpbare manier op te schrijven is een ander verhaal. Voor hen meestal een stap te ver. Ze vervallen in jargon, moeilijke woorden en ondoorzichtige, langdradige zinnen. Waarin ze vooral vertellen wát ze kunnen, niet waarom. Welke oplossing ze bieden.
Het is mijn taak om de woordenbrij die zodoende meestal op papier (of eigenlijk: scherm) ontstaat, te ordenen. Te herschrijven. Ja, dat levert soms een heel bestand op met doorgestreepte zinnen en vragen om duidelijkheid in de kantlijn. Maar het levert uiteindelijk ook betere teksten op.
Sterker nog: tot nu toe zijn alle aanbestedingen waaraan ik meewerkte in een overwinning voor mijn opdrachtgever uitgedraaid. Proost!
Voordat ik overga tot de uitleg over mijn werk als eindredacteur voor Tekstblad, behandel ik nog een belangrijke vraag. Veel mensen denken namelijk dat ik vanwege deze werkzaamheden nooit tekst- of taalfouten maak.
Helaas, ik ben niet onfeilbaar. Verre van zelfs. Maar ik probeer mijn kennis wel altijd op te schroeven. Dat doe ik bijvoorbeeld door veel te lezen (naast boeken over mijn vak, ook gewone leesboeken) én iedere ochtend staat er een nieuwe opdracht van Beter Spellen klaar in mijn mailbox.
En daar haal ik lang niet altijd de perfecte score.
Is dat erg? Ik vind van niet. Iedereen kent het gezegde met de spaanders en het hakken, toch?
Is eindredactie noodzakelijk? Ik vind van wel. Iedereen kent het gezegde met de spaanders en het hakken, toch?
Maar… maar… een eindredacteur kost geld! En die paar tikfoutjes, wat maken die nu uit? Het zijn kreten die je vaak hoort, als je de aandacht vestigt op taalfouten of slecht geschreven teksten. De term ‘taalnazi’ komt geregeld voorbij, en niet alleen op Twitter.
Maar gelukkig zie ik ook steeds vaker de hashtag #eindredactiekostduur op Twitter verschijnen, volgens mij geïntroduceerd door collega Nathan Veenstra. Iets ís natuurlijk duur en kost veel. Het is kortom een hashtag vol ironie. Want de kosten drukken door te besparen op eindredactie – op controle van teksten – zorgt er juist voor dat die teksten minder goed zijn geschreven en worden gelezen.
Niet beknibbelen op eindredactie geeft een beter resultaat. Het zijn dan ook geen kosten, het ís een investering.
Ik ben het wat dat betreft dus ook niet eens met wat Erik van Muiswinkel in Libelle zei over de overdreven aandacht voor spelling.
Hoewel zijn argumentatie wél sterk is. Want je kunt lang niet iedereen kwalijk nemen dat hij of zij het Nederlands niet beheerst volgens alle regels. Wat dat betreft ben ik ook zeker niet conservatief, maar zeker in professionele communicatie vind ik dat wanneer je de taalregels niet precies kent, zoek dan hulp. Ik laat mijn brood ook door een specialist bakken en de auto door een deskundige repareren en onderhouden.
Dan nu eindelijk een uitleg van de eindredactiewerkzaamheden voor Tekstblad. Zoals al geschreven: ik kwam begin 2022 binnen bij de redactie, op voorspraak van de hoofdredactie (Christine Liebrecht van Tilburg University en – wederom – mijn collega-tekstschrijver Tefke van Dijk van De Schrijfzolder).
Een groot deel van de procedure was al door mijn voorganger in gang gezet. Zodoende kwam ik in een gespreid bedje terecht.
Maar hoe komt zo’n uitgave nu tot stand en wat is mijn rol als eindredacteur daarin?
We starten met een redactievergadering, waar de kernredactie (waar ik ook toe behoor) de ideeën voor artikelen bespreekt.
Een aantal rubrieken staat vast (columns, boekbespreking en onderdelen zoals de creatieve tekstcollectie, een artikel waarin we het onderhanden werk van een tekstprofessional bespreken en een interview met een andere schrijver over zijn of haar werkplek – een voorbeeld van het laatste verhaal is het artikel over mijn eigen schrijfkamer). Ook is er altijd een verhaal met een wetenschappelijke insteek.
Tijdens de redactievergadering opperen we ideeën voor andere artikelen, bespreken we het vorige nummer en kijken we naar potentiële redacteuren voor verschillende verhalen. Iéder stuk krijgt daarbij een tweede lezer, iemand van de kernredactie die als eerste aanspreekpunt van de redacteur geldt en die kritisch meeleest met schrijfpogingen van (externe) redacteuren. Zelf heb ik in dat proces verder geen dienst meer – mijn werk komt pas als er een eerste versie van een verhaal klaar is.
Een tekst wordt dus door meerdere mensen gelezen, wat de kwaliteit ten goede komt.
Op het moment dat die eerste versie klaar is, ga ik met een kritische blik door de tekst. Speuren naar foutjes en fouten, missen er woorden of zijn er een paar te veel geschreven? Spatiefouten, verkeerde aanhalingstekens, komma’s verkeerd geplaatst? Zijn alle woorden en zinnen duidelijk? En ik sloop jargon er zoveel mogelijk uit, of ik vraag om verduidelijking.
Bij sommige externe redacteuren gaat er een document vol met ‘track changes’ (wijzigingen bijhouden in goed Nederlands) terug. Hier blijkt maar weer dat schrijven een echt ambacht is: iemand kan nog zoveel weten over zijn of haar vakgebied, het opschrijven is een ander verhaal. En dat geldt óók voor mensen die vaker schrijven. En voor wetenschappers.
Geen schande, maar alleen een bevestiging dat goede tekstschrijvers nodig zijn. En dat ook blijven.
Na een soms flinke redactieslag van de schrijver zelf, komt de tekst weer op mijn bordje terecht. Ik loop ‘m nog een keer door en corrigeer soms nog een paar kleine dingen. Vervolgens gaan alle teksten naar onze vormgever. Ik zorg ervoor dat koppen als koppen worden gecodeerd – en ook de codes voor tussenkoppen, streamers en fotobijschriften plaats ik in de teksten. Op zo’n manier dat de vormgever zich niet kan vergissen, door de codering komen de verschillende tekstonderdelen op de juiste manier in zijn vormgevingsprogramma InDesign terecht.
Vervolgens gaat de vormgever samen met de beeldredacteur aan het stoeien, op zoek naar een interessante verhouding tussen beeld, kleur en tekst.
Hij stuurt een eerste pdf naar mij toe, waarna we gaan pietepeuteren, muggeziften en excusez le mot mierenneuken. Zijn afbrekingen goed geplaatst, moet er toch nog een tussenkop in het verhaal, is een tekst te lang – of te kort? We passen het allemaal aan. Totdat wij tevreden zijn. Daarnaast schrijf ik de teksten voor de cover en de uitgebreidere aankondigingen van stukken in de inhoudsopgave. Het correctiewerk dat voor veel mensen synoniem zal zijn voor de taken van de eindredacteur. Ook de reden waarom ik de term #eindredact(z)eur introduceerde.
Dan gaat er een drukproef naar de kernredactie, die er ook nog een plasje overheen doet. Hun opmerkingen verwerken we weer en pas dáárna is het eindproduct klaar.
Als ik het goed tel, gaan er minstens zes redactieslagen overheen voordat een eerste versie een definitief magazineartikel is.
Dát is eindredact(z)euren in de praktijk.
Meer weten over mijn werk? Ik schreef veel blogs. Hieronder staan een paar.
Boeken waar ik van leerde als tekstschrijver.
Als freelance copywriter, journalist of (eind)redacteur moet je je vak bijhouden. Ik doe dat door boeken te lezen van vakgenoten. Een opsomming.
De beste tekstschrijver van Nederland, wie is dat?
Ik heb daar wel mijn mening over – en het antwoord zal u misschien verbazen. Lees maar.
We gaan samenwerken? Ik ben bij voorbaat al enthousiast, want het betekent dat ik mag gaan schrijven over een onderwerp dat ik interessant vind.
Maar voordat ik kan gaan schrijven, moet ik wel gevoed worden. En moeten we afspraken maken. Die leggen we zoveel mogelijk vast in een goede briefing.
Psst Johan, toch even mierenneuken hier ;-). Als mede-eindredact(z)eur ontdekte ik namelijk een klein foutje in je tekst. In het stuk tekst onder Eindredacteur & Blogger voor Content Collective heeft je spatiebalk denk ik even dienst geweigerd. ?
Er staat nu: … was het door collega Tefke van Dijk bedachten en door ons samen aanvankelijk aangevoerde Ouders Onderling.
als je het gauw aanpast naar ‘bedacht en’ heeft niemand het door ?
Nou, Annelies, als jij als collega-eindredact(z)eur alleen dat foutje vindt, dan zeg ik: dikke complimenten voor de schrijver 😉
Ik pas het aan – en laat jouw reactie natuurlijk staan. Laten we het als een track-change beschouwen.
Ik verander het trouwens niet naar ‘bedacht’, maar naar ‘bedachte’. Past beter in de verleden tijd 😉