Menu

Zero-emissie: wat kan er allemaal?

Artikel in Tijdschrift Milieu (Vereniging van Milieuprofessionals VVM), in opdracht van Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.

cover tijdschrift milieuEmissieloos werken, bijvoorbeeld voor de bouw, infra of groenvoorziening. Wat kan er allemaal al? En wat zijn de beperkingen op dit moment? Hóe kun je zo zuinig mogelijk rijden? Het zijn allemaal vragen die misschien wel actueler zijn dan ooit tevoren. We spraken met Albert Lusseveld van brancheorganisatie BMWT en Sytze Kloosterman van SOMA Bedrijfsopleidingen. En we laten ondernemers aan het woord die op hun manier een bijdrage leveren aan emissieloze, duurzame en milieubewuste logistiek. Hoe zien zij hun kansen en waar lopen ze tegenaan?

De BMWT is de branchevereniging voor leveranciers van bouwmachines, magazijninrichtingen, wegenbouwmachines en transportmaterieel. “Het gaat om zo’n honderd leden”, geeft Lusseveld aan. “Niet alleen leveranciers van alles wat je ziet rondrijden op een bouwplaats, maar ook bedrijven die gespecialiseerd zijn in de intralogistiek en werkmaterieel in magazijnen. We zijn een branchevereniging, maar in de kern ook een keuringsinstantie. Vergelijk het met de APK voor de auto. Het gaat dus om een totaalaanbod van levering, onderhoud, reparatie en keuring. De keuring is onafhankelijk, geborgd door periodieke controles door een onafhankelijke instantie.”

Het Nieuwe Draaien

Sytze Kloosterman was zelf jaren zelfstandig machinist in de grond-, weg- en waterbouw met eigen machines. Tegenwoordig werkt hij als vakdocent en accountmanager in het volwassenenonderwijs. Hij stond zo’n vijftien jaar geleden aan de wieg van wat nu het Nieuwe Draaien wordt genoemd. “Ondernemer Jos Scholman uit Nieuwegein kwam toen bij mij met de vraag of hij zijn machines niet efficiënter kon gebruiken. Ik ben aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een programma, maar het bleek dat de tijd er nog niet rijp
voor was.”

Dat is tegenwoordig wel anders. “Ik weet uit de praktijk waar de pijnpunten liggen. Ten eerste is dat het stationair draaien. Een stationair draaiuur kost heel veel geld: afschrijving, brandstofverbruik, onderhoudskosten. Bij een graafmachine van 16 ton is dat 30 euro per uur. Als je elke dag een half uur kunt besparen, is dat 2,5 uur per week. Reken dat eens uit voor tien machines: in veertig weken is dat 30.000 euro.”

Zonder hoge ambitie is er onvoldoende prikkel om een sector in beweging te zetten
Albert Lusseveld – BMWT

De oplossing is simpel, stelt Kloosterman: “Ik wijs de jongens erop dat als een machine langer dan vijf minuten stil moet staan, bijvoorbeeld als de uitvoerder langskomt om
te praten of als ze brood gaan eten, ze ‘m beter stop kunnen zetten. En ’s ochtends is een kwartier warmdraaien echt niet nodig. Ik lees gigantisch veel machineverslagen uit
en dan struikel ik altijd weer over de stationaire uren. En de medewerker maakt het niets uit, want het kost hem geen geld. Maar ik noem ze als ik voor de klas sta gewoon dieven. Recht voor z’n raap. Immers: als het je werkgever goed gaat, gaat het jou ook goed. En, minstens zo belangrijk, het milieu!”

Vier pijlers

Albert Lusseveld was als programmamanager duurzaamheid en veiligheid betrokken bij de opzet van de Green Deal, waar het Nieuwe Draaien een onderdeel van is. “Deze Green Deal liep afgelopen juli na vier jaar af, met concrete resultaten. Maar vooral zorgde de Deal voor meer bewustwording over het belang van duurzaam werkmaterieel. Wij wilden reductie van de gemiddelde uitstoot van mobiele machines in de infra, bouw en landbouw. En dan vooral de uitstoot van CO2, NOx en fijnstof terugdringen. Het mooie van de Green Deal was de brede samenwerking tussen bouwpartijen, brancheverenigingen, opleiders, leveranciers en de overheid, waarbij we hebben gefocust op vier pijlers.”

“Ten eerste is dat de machinist. Daarnaast vereist het materieel aandacht, de techniek zelf. Dan hebben we het over elektrificeren, maar ook het lichter maken van de machines
en motoroptimalisatie. Derde pijler is de brandstof: we willen werken met andere brandstoffen dan diesel, zoals HVO, GTL, waterstof, elektrificatie. Vierde uitgangspunt
is het verduurzamen integreren in het beleid van zowel bedrijven als de overheid, onder meer door reductie op te nemen in tenders en in het inkoopbeleid.”

Elkaar stimuleren

Het Nieuwe Draaien doe je samen, betoogt Kloosterman. “Daarom willen we iedereen ook op de cursus hebben. Een uitvoerder kan namelijk ook toezicht houden naar de jongens toe. Het is een gedragsverandering, daarom krijgen ze na een half jaar ook een e-learning, als opfrisser. En een half jaar later komen we langs om ze te beoordelen in de praktijk. En ook dan wil ik een uitdraai van de machine. We geven ze uitdrukkelijk de opdracht mee om elkaar te stimuleren.”

Op dit moment wordt er nog veel gewerkt met diesel in de buitenlucht, weet Kloosterman. “Maar straks wordt er misschien nog wel meer gevraagd van een machinist. Door het toerental te verlagen kom je in de eco-modus en kun je straks zeer efficiënt werken.”

Perspectief biedt volgens hem ook de introductie van waterstof als brandstof voor zware machines. Kloosterman haalt nog een voorbeeld van efficiencyverhoging aan bij het maaien van het gras: “Vaak zie je dat ze met een klepelmaaier wel vijftig centimeter overlap hebben. Als je daar tien centimeter van maakt, scheelt dat misschien wel een hele maaironde. Kijk eens wat je daarmee wint!”

Taai dossier

Lusseveld vindt dat er al enorme vorderingen zijn gemaakt, maar ook dat er nog een lange weg te gaan is op weg naar een uitstootvrije sector. “De verduurzaming van werkmaterieel gaat niet snel, omdat internationaal georiënteerde fabrikanten leveren voor een globale markt, die momenteel nog sterk fossiel gedreven is. Desondanks zien we veel van de bij ons aangesloten leveranciers hun klanten helpen aan zero-emissie en lage emissie materieel. Lokaal worden dieselmachines bijvoorbeeld omgebouwd naar uitstootvrije of lage-emissie machines.”

De Green Deal zorgde voor meer bewustwording over het belang van duurzaam werkmaterieel
Albert Lusseveld – BMWT

Net als Kloosterman benadrukt hij niet de menselijke factor te vergeten. “Met dieselmachines kan flink bespaard worden in brandstofverbruik door de mens op de machine. Daarom hebben we gewerkt aan educatie. We hebben veel trainingen ontwikkeld. Ook is het Nieuwe Draaien opgenomen in het curriculum van de opleidingen en in coachingsprogramma’s. We hebben er ook voor gezorgd dat bij PIANOo, het kenniscentrum aanbesteding van de overheid, de milieueisen voor werkmaterieel vernieuwd zijn. Zodat inkopers die daar te rade gaan op de meest actuele haalbare duurzaamheidseisen gewezen worden.”

Vervolgtraject

“Ik had”, zo besluit Lusseveld, “overigens niet kunnen denken dat we het nu al zouden hebben over zero-emissie. Toen we met de Green Deal begonnen, gingen we uit van 15% CO2-reductie in 2020. De overheid gaat tegenwoordig uit van 55% CO2-reductie in 2030. Terwijl de bouwsector zich in feite zelf een hogere doelstelling oplegt: 100% in datzelfde jaar. Zonder hoge ambitie is er onvoldoende prikkel om een sector in beweging te zetten. Wel is het zaak om de link met het doel niet te verliezen. Het moet haalbaar zijn. Je ziet nu een spanningsveld ontstaan tussen de eisen in de tenders en de beschikbaarheid van zero-emissie materieel en de betaalbaarheid ervan. Punt is ook dat internationale fabrikanten van materieel zich vooral laten leiden door Europese emissierichtlijnen. Die hebben het niet over zero-emissie, maar over milieuklasse en een gestage vermindering van uitstoot. Te hoge milieu-eisen, maakt dat er een kloof kan ontstaan tussen vraag en aanbod. Daarom is het belangrijk met elkaar in gesprek te blijven, het doel moet wel realistisch blijven.

Dat is de inzet van De Groene Koers, het vervolg op de Green Deal Het Nieuwe Draaien. De Groene Koers is een samenwerkingsinitiatief van brancheorganisaties in de bouw, infra en groen. Hiermee willen we de verduurzaming van de sector versnellen. We geven een platform aan duurzame praktijkvoorbeelden van bedrijven die concreet aan de slag gaan met uitstootvrije en lage emissie machines. Bedrijven kunnen zich via de website www.degroenekoers.nl aanmelden.”

Verschenen in Tijdschrift Milieu van Vereniging van Milieuprofessionals.