Taalmaatje
Binnenkort word ik als ‘taalcoach’ gekoppeld aan mijn ‘taalmaatje’: een inburgeraar die graag de Nederlandse taal (beter) onder de knie wil leren te krijgen. Zo: als mijn taalmaatje die zin straks zal begrijpen, dan komt het wel goed met zijn Nederlanderschap.
Dat het met de taalvaardigheid van sommige Nederlanders ook niet al te goed gesteld is – zelfs bij professionals -, is bijvoorbeeld te zijn op het weblog copytijgers. Zelf ben ik altijd erg ‘heet’ op taalfouten die ik in het dagelijkse leven tegenkom. Dit tot ergernis van bijvoorbeeld mijn moeder.
Kwamen we bijvoorbeeld bij het boodschappen doen een levensgroot bord tegen met sperziebonen die ‘afgeprijst’ waren…
Waar komt het dan van, dat de Nederlandse taalregels soms zo slecht toegepast worden? Volgens mij enerzijds een vorm van luiheid en onverschilligheid (‘men begrijpt toch wel wat ik bedoel?’), maar anderzijds ook een vorm van slecht taalonderwijs. In Amsterdam gaan ze daar nu mee aan de slag. Er is een placemat ontwikkeld, met daarop een groot aantal basiswoorden die leerlingen van de basisschool zouden moeten kennen. Volgens mij een prima initiatief, volgens anderen minder. In ieder geval wordt er iets tegen de taalonkunde gedaan, iets wat te prijzen valt.
Daarom vind ik ook dat ik – als iemand die de taal professioneel (ik zeg niet foutloos) gebruikt en toepast – zéker mijn steentje moet bijdragen om gemotiveerde nieuwe Nederlanders onze mooie taal te helpen te leren. Het is misschien een klein steentje die ik bijdraag, maar wel een verplichte.
Lijkt mij een goed initiatief! Of de placemats uitkomst brengen, dat weet ik niet. Ik zou liever een stijging van het onderwijsniveau zien.